SLOVENIË – ONBEKEND MAAKT ONBEMIND
Op het vliegveld van Ljubljana staat mijn gids voor de komende dagen al klaar. Wat een luxe! Alleen wat rondkijken, mensen ontmoeten en wat kilometers maken. Dat alles moet uitmonden in een artikel wat u nu begint te lezen en dat u wellicht enthousiast zal maken om ook eens naar Slovenië af te reizen. In een brochure lezen we: een bezoek aan Slovenië zal een blijvende herinnering zijn en is te vergelijken met je eerste liefdesontmoeting. Kortom: om nooit te vergeten.
Bela Krajina
Vanaf het vliegveld gaan we voor onze eerste fietstocht naar het uiterste zuidoosten van Slovenië en belanden in het plaatsje Podzemelj waar aan de Kolpa rivier, die de grens vormt aan Kroatië, camping Bela Krajina ligt, genoemd naar de regio. Broer en zus Pešelj, resp. hotel- en campingeigenaar, verwelkomen ons. Alles is in afwachting van de gasten. De koffiekannen staan klaar en als bijzonderheid ligt op tafel een belokranjska pogača. Even ter verklaring: het is een traditioneel Sloveens brood/ei baksel, gegarneerd met spek, ei en andere producten. Ieder kan er steeds een stukje afbreken. Gezellig om al pratend zo je koffie te drinken. Maar we zijn gekomen om te fietsen. Het is de bedoeling dat we een grote rondrit in het iets zuidelijker gelegen Kolpa National Park gaan maken. Voor het totale gebied is een handige (Duitstalige) fietskaart ter beschikking met vijftien routes geclassificeerd van één tot vijf sterren, hoogtemeters etc. Enkele routes gaan naar de Mirna Gora (1048 m.). Elk jaar wordt op de tweede zondag van september een tocht op de klim van 18 km met 800 m. hoogteverschil georganiseerd. Om hier te fietsen is het aan te raden gebruik te maken van een mountainbike of een trekkingfiets. Wij stappen op de klaarstaande e-bikes die op de camping worden verhuurd. Matjaž Pešelj die de streek als zijn broekzak kent zal ons de regio waar hij geboren en getogen is laten zien. We hoeven alleen maar te volgen! Meteen duiken we het agrarische binnenland in en we belanden al gauw op gravelwegen met Strade Bianche allures. Wanneer we de bossen inslaan wordt het wegdek slechter met putten en stenen. Het is voortdurend manoeuvreren. De echte graveller voelt zich hier in zijn element. Na zo’n 25 km wordt het tijd om weer eens wat te bekijken.
In Žuničih worden we opgewacht door een dame in traditionele witte linnen kledij. Ze heeft een presenteerblad met drie glaasjes en een fles met een soort schnaps in haar handen en geeft ons een welkomstdrankje voordat we het boerenmuseum binnengaan. We worden wegwijs gemaakt in het vroegere boerenleven en het gehele proces om van vlas linnen te maken, waarvan men kleding maakte zoals zij draagt. Zulke dingen maken het leuk om hier rond te fietsen. Je leert ook nog wat. Inmiddels zijn we ook weer in meer open landschap gekomen. Bijzonder is dat je altijd wel een wit dorpskerkje op de achtergrond ziet. Voor een tweede rondje, dat voornamelijk door de wijngaarden rondom Metlinka voert, gaat Petra Pešelj met ons mee. Uiteraard moeten we in één van de dorpen met de mooie naam Krmačina bij een wijnboer stoppen en na de kelders te hebben bezichtigd volgt het onvermijdelijke proeven. Petra is hier kind aan huis en schenkt kwistig in. Dat zijn toch de geneugten van het leven! Dan maar weer op de fiets voor de laatste kilometers. Broer Matjaž staat ons in Metlika bij zijn hotel Bela Krajina al op te wachten. Hier zullen we overnachten en van de regionale keuken gaan genieten.
Regio Krško
Een volgend vertrekpunt is Brestanica bij Krško, ten noorden van de streek waar we begonnen zijn. Wanneer we uitstappen zit er op het terras al iemand op ons te wachten. Voor mij een onbekend persoon maar voor de Slovenen een nationale sportheld. Het is Primož Kozmus, de Olympisch kampioen kogelslingeren van Peking 2008 en wereldkampioen 2009 in Berlijn. Ter plekke baat hij een hostal uit met in totaal 50 bedden. Één van zijn troeven is dat er voor zijn gasten gratis fietsen beschikbaar zijn. Ook wij kunnen daar voor de verkenning van de regio gebruik van maken. Voor we opstappen praten we onder het genot van een kopje expresso eerst nog wat met Primoz. Er volgt natuurlijk nog een kleine fotosessie en dan gaan we op stap. Ksenja Kragl van het Toeristenbureau laat ons “haar” streek zien. We kriskrassen door het dorp: rijden door een oude spoorwegtunnel, die nu fietstunnel is, bezoeken de Basiliek en klimmen naar het hooggelegen Grad (kasteel) Rajhenburg.
Belangrijke bewoners van het kasteel zijn vanaf 1881 de Trappisten geweest. Zij waren het die de regio tot ontwikkeling brachten (veeteelt, wijnbouw, landbouw, bijenteelt, kaasmaken enz.). In eigen huis maakten zij chocolade en likeur. Nu is het kasteel een museum, waarin wordt teruggeblikt op de Trappisten en waar onder andere een gehele wand is gereserveerd voor de sportieve prestaties van Primož Kozmus. In vitrines zijn zijn gouden medaille, zijn schoenen, zijn nationale shirt en uiteraard de kogel te bewonderen. Na het bezoek dalen we weer af naar de rivier de Sava, die vanuit de Alpen van west naar oost dwars door Slovenië stroomt. Met Ksenja maken we vervolgens en rondtrip door het omliggende heuvelende landschap. Via genoemde website en op haar bureau is voldoende materiaal voorhanden om een keuze te maken voor een paar dagen fietsen. Onderweg passeren we het Hiša trt & Hiša čokolade (huis van de wijn en het huis van de chocolade). Hier wordt in samenwerking met Primož Kozmus de sparkling wine Primus in Cosmos geproduceerd. Een ander product is chocolade wijn. Proef het maar eens en je bent meteen verkocht! Echtgenote Emanuela maakt chocoladebonbons (in de traditie van de Trappisten). Haar man is haar wat dankbaar en heeft zelfs één van zijn wijnen naar haar genoemd. We proeven en snoepen hier van het lekkers en duiken daarna het groene landschap weer in. Kijken, drinken, lokale gerechten. Het is hier goed toeven. Neem de proef maar zelf op de som!
Bohinjsko Jezero (Bohinj Meer)
Onze derde fietstocht ligt rondom het op 523 meter hoog gelegen Bohinj Meer, in de directe regio waar mijn gids Grega woont. We zitten hier in het meest noordwestelijke deel van Slovenië. Een totaal ander landschap dan de eerdere dagen. Nu vormen de Alpenreuzen met hun sneeuwtoppen het decor. Natuurlijk wil hij veel laten zien. Tussen het fietsen door gaan we met de gondellift in een mum van tijd naar 1535 meter naar het Vogel Ski Center en zo belanden we in de sneeuw. Even later bereiken we lopend na 553 traptreden te hebben genomen de 78 meter hoge Savica waterval waar de rivier de Sava ontspringt. Overigens het stijgen en dalen op de trappen is goed voor je (fiets) benen! Van een geheel andere orde is in Sveti Janez Krstnik (aan de oostzijde van het meer) het bezoek aan het kerkje. Buiten is pastoor Martin Golob, een jonge enthousiaste dertiger, aan het grasmaaien. Hij neemt ons mee naar binnen en dan is het waaauw.
Een kerkje vol met fresco’s en hij vertelt maar. Sommige fresco’s dateren uit de dertiende eeuw. Op de buitenmuur een fresco van St. Christophorus/Christoffel, de patroon van de pelgrims, reizigers, alle verkeersdeelnemers (daar behoren wij als fietsers ook bij) enz. Wie tijd heeft en geïnteresseerd is belandt hier in de zevende hemel! Bij het kerkje begint ook de Kolesarska pot Bohinj (Bohinj fietsroute) door het boven- en benedendal zoals men het hier noemt. Het is een rondje, dus men komt weer bij het begin uit. Onderweg rijden we door het plaatsje Studor, met zijn kenmerkende houten schuren waar in het najaar het hooi voor het vee wordt opgeslagen. Na de lunch verplaatsen we ons naar Bled om daar nog wat indrukken op te doen.
Bled
Wie rond het meer van Bled fietst valt een aantal dingen op. Ten eerste het niet te missen kasteel. Met de fiets is het even bijschakelen, maar je inspanning wordt zonder meer gecompenseerd door het uitzicht waarop je wordt getrakteerd. Voor je zie je midden in het meer het eilandje met de kerkjes liggen. Een idyllisch plaatje. Waar je bij je rondrit ook even kan stoppen is bij de haven van de roeiers en laat je verwonderen over hun klasseringen op de Wereldkampioenschappen en de Olympische Spelen, uitgebeeld in foto’s en op metalen strips in de bestrating. Een ieder zal zo’n rondje op zijn/haar eigen manier ondergaan. Voor we naar ons hotel fietsen strijken we nog even neer op één van de vele terrassen en kijken terug op de afgelopen dagen. Aangekomen in het hotel praten we onder het genot van een locaal biertje met de hoteleigenaar Matija Blažič over zijn twee hobby’s: fietsen en managen van zijn hotel. Hij zegt: “I live my hobby”. Met die mooie levenswijze kunnen we deze reportage wel besluiten!
Text and Fotos: © Teus Korporaal