EERBETOON OP EEN ROTONDE IN BREDENE
We moeten als gemeente zorg dragen voor ons cultureel erfgoed. Niet alleen sporters, maar ook inwoners die zich op andere manieren hebben ingezet, zullen wij eren. Daarom een monument voor deze drie wielrenners”. Ook voor onze lezers zijn het wellicht minder bekende namen daarom stellen we de drie mannen aan U voor. Ver over de landsgrenzen gaven zij België bekendheid. Alle drie hebben zij hun eigen verhaal en hebben zij hun sporen voor het nageslacht achtergelaten.
Charles Verkeyn 1897-1973
De Bredenaar die van 1917 tot 1935 beroepsrenner was, vertrok in 1920 per boot naar Amerika om daar zijn droom op de baan waar te maken. Hoewel hij geen grote titels behaalde was hij wel één van de grootverdieners in het métier. Zo was hij de snelste in “Het Gouden Wiel” van Boston (1921), het kampioenschap van Amerika (1923) en in 1925 in de Derby’s van Boston en New York. “VeloGotha” (editie 2005) neemt nog op: Verkeyn ging echter de geschiedenis in als de auteur van de langste achtervolgingsmatch in de geschiedenis van de wielersport. Een duel met de Italiaan Madena dat uitgevochten werd in Providence (USA) in 1923. De inzet van 3.000 dollar. Verkeyn won na een fantastisch duel dat zich, steeds achter de motor, uitstrekte over niet minder dan 127 km. Hij legde die afstand af in 1 u.46′. Na zijn actieve carrière als piste renner is hij vijftien jaar gangmaker en behaalt met andere renners, onder wie Oscar Goethals, verscheidene titels. Verkeyn had geen kinderen, maar bij de familie in Bredene zijn nog een drietal kolossale bekers, die herinneren aan zijn Amerikaanse tijd, bewaard gebleven. Voor ons bezoek zijn de bekers uit 1925 en 1927 keurig met een neutrale achtergrond uitgestald. De grote beker kreeg hij op 5 september 1925 na zijn winst op de 50 mijl op de New York Vélodrôme. Het zijn wielerherinneringen met grote museale waarde
Oscar Goethals 1920-1989
In de tuin van zoon André in Bredene blikken we samen met schoonzoon Gilbert terug op het wielerleven van Oscar Goethals. Op tafel ligt een dik boek met foto’s, krantenknipsels en noem maar op. Je zou meteen aan het schrijven van een biografie kunnen beginnen! Als 17-jarige reed hij in 1938 zijn eerste wedstrijd. Het jaar daarop behaalde hij 19 overwinningen, waarvan de mooiste het officieuze kampioenschap van België in Wondelgem was. Begin 1940 wordt hij militair en verblijft zelfs enkele maanden in krijgsgevangenschap in Duitsland. Nadien hervat hij in 1941 het koersen. Midden in het seizoen 1942 stapt hij over naar de professionals. In zijn “In Memoriam”, dat verscheen na zijn overlijden, staat een mooie passage: Onder de indruk van verbluffend wielerjaar van de Bredenaar en de bravoure waar mede hij telkens koers leverde werd hij door wielerkenner bij uitstek, Karel Van Wijnendaele, terecht als een belofte van groot formaat bewierookt. Maar het is niet allemaal victorie. Begin 1943 wordt hij verplicht tewerkgesteld in Duitsland. Na een ziekteperiode komt hij na vijf maanden totaal verzwakt thuis. Na de oorlog pakte hij de draad weer op. Zowel op de weg, op de piste als in het veld was hij present. Al zijn resultaten noteerde hij in een boekje en vermeldde daarbij de verdiende bedragen. Leuk om dat tientallen jaren nog eens te terug zien. Regelmatig werd hij in ploegkoersen op de baan gekoppeld aan Rik Van Steenbergen. Goethals baatte ook een café uit op de hoek van de Nieuwstraat en de Elisabethlaan. Als recreatief fietser sneuvelt hij in het harnas wanneer hij op 20 juli 1989 tussen het Nederlandse Sluis en Oostburg verongelukt. De gemeente Bredene heeft het voornemen een straat naar Oscar Goethals te noemen.
Marcel Seynaeve 1933-2015
De professionele loopbaan (1959-1963) verloopt anders dan van een “normale” wielrenner. Hij stopte elk seizoen op 1 oktober met koersen en begon in januari pas weer te trainen. In die tussentijd werkt hij in de bouw. Seynaeve zet in 1961 tijdens de Vuelta a España zijn naam met grote letters in de geschiedenisboeken. Hij wint op 2 mei de 4e rit Benifar-Barcelona over 199 km in 4u49’05”. Op 4 mei wordt hij na de 6e rit Tortosa-Valencia klassementsleider. Na de 11e rit Madrid-Vallodolid, die gewonnen wordt door Arthur De Cabooter, draagt hij de leiderstrui over aan ploeggenoot André Messelis, die deze in de laatste rit verliest aan de eindwinnaar Angelino Soler Romaguera. Seynaeve wordt tenslotte 19e op 26’49”. Een jaar eerder was hij ook al actief in de Vuelta geweest als knecht van Frans Demulder die toen eindwinnaar werd. In zijn laatste jaar als professional (1963) rijdt hij zijn enige Tour de France, maar geeft op in de 14e rit Aurillac-St. Étienne. In dat jaar stopt hij ook met de actieve wielersport. Nadat hij op de fiets is aangereden door een wagen loopt hij een hersenbloeding op en overlijdt twee jaar later aan de nasleep van dat ongeval. Seynaeve is oprichter van de Koninklijke Veloclub Duinensprinters en de Wielerclub Bredene.
Zomaar een dorp, zomaar drie plaatselijke helden. De wielersport zit vol met verhalen!