FREDDY MAERTENS – EEN CARRIÈRE VAN VALLEN, OPSTAAN EN WEER DOORZAKKEN
Voornaam: Freddy
Achternaam: Maertens
Nationaliteit: België
Leeftijd: 71 jaar
Geboortedatum: 13-02-1952
Geboorteplaats: Nieuwpoort (West-Vlaanderen), België
Freddy Maertens was een bijna-alleskunner met een uitzonderlijke eindsprint in de benen. Alleen in de bergen kwam hij tekort, waardoor hij in het grote rondewerk niet opgewassen was tegen de beste klassementsrenners. Als hij echter een super dag had, kon hij wel lang aanklampen in de bergen, puur op kracht en met een groot verzet.
In 1973 begon de profcarrière van Maertens bij Flandria, waar hij acht jaar voor zou rijden. Die ploeg was in de jaren ‘70 één van de sterkste ploegen uit het peloton. Met de andere absolute toppers Marc Demeyer en Michel Pollentier behoorde Maertens tot de Drie Musketiers van Flandria, die het elke andere ploeg super lastig maakten. Maertens begon aan zijn carrière op het moment dat de die van Eddy Merckx zijn allerbeste jaren voorbij was.
Freddy behaalde in totaal 148 UCI-overwinningen waaronder tweemaal het WK op de weg (1976 en 1981), 25 etappezeges in de grote ronden, 3x de groene trui in de Tour (1976, 1978, 1981) en eindwinnaar van de Vuelta in 1977. Allemaal overwinningen die hij behaalde na zijn 24ste verjaardag. Hij breidde zijn palmares verder uit met overwinningen in het Kampioenschap van Zürich (1976), de Amstel Gold Race (1976), Rund um den Henninger-Turm (1976), Gent-Wevelgem (1976 – nadat hij hier al gewonnen had op 23-jarige lijftijd in 1975), de Omloop Het Volk (1977 en 1978) en E3 Prijs Harelbeke in 1978. In 1977 werd hij in de Ronde van Vlaanderen uit de koers genomen omwille van een ongeoorloofde fietswissel op de Koppenberg. Hij bleef echter door rijden naar de aankomst met Roger De Vlaeminck in zijn wiel, die zo de zege gemakkelijk kon pakken in de sprint.
Als we zijn ganse carrière bekijken, valt op dat Maertens – ondanks zijn grootheid en profiel van bijna-alleskunner – er niet in slaagde om één van de vijf monumenten te winnen. Zijn beste jaren waren 1976 en 1977 waarna hij in 1978 ook nog een – naar zijn normen – relatief goed jaar bij mekaar fietste. In 1979 en 1980 won Maertens alleen nog maar enkele criteriums en zijn carrière leek op 28-jarige leeftijd al vroegtijdig te eindigen. Hij had zich door slechte investeringen financieel in de problemen gewerkt en dit had een zware invloed op zijn persoon en zijn prestaties. Hij moest zijn huis verkopen en het leven werd hem erg lastig gemaakt door de belastingcontroleurs. Maertens ging door een enorm diep dal waar hij uitklauterde dankzij de steun van zijn vrouwtje Carine.
Hij kende een heropleving in de zomer van het jaar 1981, waarin hij opnieuw op topniveau presteerde. Zijn oud-ploegleider Lomme Driessens gaf hem terug het vertrouwen en haalde hem bij de Boule d’Or-ploeg. Maertens was weer even terug de beresterke en aalvlugge puncher en hij reed opnieuw een geweldige Ronde van Frankrijk, met vijf etappezeges en de groene trui als resultaat. In het najaar werd hij dan in Praag ook voor de tweede keer wereldkampioen en leek hij helemaal terug te zijn.
Maar in de daaropvolgende seizoenen was Maertens opnieuw een schim van zichzelf. Na nog een jaar Boule d’Or ging Maertens voor diverse kleinere ploegjes rijden en doofde de kaars verder uit om in 1987 definitief te stoppen met het wielrennen.
Na zijn carrière werkte hij een tiental jaren als vertegenwoordiger. Ook werkte hij in het Wielermuseum van Roeselare en tot op heden als gastheer en pr-medewerker voor het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde.
Freddy in het peloton
In 1973 – zijn debuutjaar als prof – werd Freddy 2de op het WK in Barcelona. Maertens reed in zijn eentje naar de ontsnapte Merckx, Gimondi en Luis Ocaña, waarna beide Belgen in de sprint geklopt werden door de Italiaan Gimondi. Sindsdien boterde het niet meer tussen Merckx en Maertens. Beiden geven een eigen versie van wat er was afgesproken. Het leek er wel op dat Merckx, Maertens niet vertrouwde en liever Gimondi zag winnen dan het risico te nemen op winst van Maertens. Bij het wielerpubliek in België kreeg de populariteit van Maertens echter een flinke knauw.
Maar niet alleen met Merckx boterde het niet goed, ook met Roger De Vlaeminck ging het erg moeilijk. In de Ronde van Vlaanderen van 1976 had Maertens met Marc Demeyer als enige een ploegmaat in een kopgroep van vijf. Numeriek overwicht dus, maar Maertens en De Vlaeminck lieten zich liever uitzakken uit de kopgroep dan het risico te nemen dat de ander zou winnen.
Maertens had regelmatig champagne in zijn bidon en dat hielp in de massasprints aldus Freddy zelf. Maar was het ook niet daardoor dat Freddy meer dan gemiddeld in een valpartij betrokken was?
Verkozen tot beste West–Vlaamse wielrenner
In 2010 werd hij door lezers van de Krant van West-Vlaanderen uitgeroepen tot de beste West-Vlaamse wielrenner aller tijden. Hiermee liet hij de andere West-Vlaamse wielerlegendes Briek Schotte en Johan Museeuw achter zich.
Text: Patrick Van Gansen