ZEGEKONING RUTGER WOUTERS DOET GOOI NAAR EINDWINST IN BURKINA FASO
Het is tevens de vijfde keer op rij dat hij zegekoning van België werd. Het rijtje ziet er als volgt uit: 2019:30, 2020:3 – een jaar waarin bijna geen koersen waren door corona -, 2021:20 – door corona enkel koersen van juni tot oktober -, 2022:32, 2023: voorlopig 25 zeges.
In Cyclelive Magazine nummer 72 hadden wij een gesprek met Rutger en wij vroegen ons toen af waarom er geen enkele profploeg op het idee kwam om deze klasbak een degelijk profcontract aan te bieden. Nu het seizoen 2023 er (bijna) volledig op zit, namen wij nog eens polshoogte bij Rutger Wouters. Hij is ondertussen alweer een jaartje ouder geworden en heeft zijn stille droom om alsnog profrenner te worden blijkbaar helemaal opgeborgen. Die droom ligt ergens volledig onderaan in een kast op de zolder.
“Ik zit momenteel in de Ronde Van Burkina Faso”
RONDE VAN BURKINA FASO
Op 22 oktober zit het seizoen er normaal volledig op voor de renners uit de categorie elite zonder contract maar niet voor Rutger.
“Ik zit momenteel in Burkina Faso, voor de ronde van het land die vrijdag 27 oktober begint en duurt tot en met zondag 5 november. Nog eens tien etappes volle bak gaan. Ik ben blij dat ik kan deelnemen en zo mijn seizoen nog wat kan rekken. Ik heb enorme goesting om te starten en het beste van mezelf te geven in deze 2.2 UCI race ”, zegt een enthousiaste Rutger ons bij het begin van het telefonisch gesprek.
Hoe ben je daar geraakt Rutger?
We zijn hier met Guy Smet, Niels Vandyck, Sam Van de Mieroop, Wannes Heylen, Stef Rogier, Herman Beyssens als ploegleider en Pascal Van Cauwenberghe als verzorger, een toffe bende met potentieel voor een paar goede resultaten. Ploegleider Herman Beyssens komt al 25 jaar naar Burkina Faso en doet dat altijd met een samengestelde ploeg. Guy Smet is ex-winnaar en doet nu al voor de 8ste keer mee. We rijden allemaal in truitjes van team Thielemans-De Hauwere en rijden met sportvoeding van Concap.”
Wat zijn je ambities dan in deze 2.2 UCI race Rutger?
“We hebben een heel sterke ploeg en ik denk dat er zeker 4-5 renners een rit gaan of kunnen winnen. Het is dan ook de ambitie om zoveel mogelijk ritten te winnen en ook een gooi naar de eindzege te doen. Hopelijk blijven we gespaard van vele lekke banden en andere pech, dan zie ik dat zeker gebeuren.”
Wat zijn de ambities voor jezelf?
“Ik heb twee jaar geleden ook deelgenomen en toen won ik de eerste rit, reed ik acht dagen in de gele trui en negen dagen in de groene trui. Als ik dit ongeveer zou kunnen overdoen zou al heel mooi zijn. Toch hoop ik stiekem een beetje om na de laatste rit de gele trui mee naar huis te mogen brengen.”
Dat zijn mooie ambities die na het verschijnen van dit artikel dus niet meer stiekem zullen zijn Rutger…
“Oei, nu heb ik mezelf dus met redelijk wat druk opgezadeld dan”,…. lacht uitbundig.
Op papier ziet dat er inderdaad een ‘stevig ploegske’ uit, zit de echte ploegsfeer er ook een beetje in?
“Ja hoor! We zijn hier met vier renners die de Ronde al minstens één keer hebben gereden en twee nieuwe renners – nl. Wannes Heylen en Stef Rogier, ook twee sterke en superleuke gasten die zich hier ook snel thuis voelden. Voeg daarbij ploegleider Herman Beyssens en verzorger Pascal Van Cauwenberghe en de sfeer is altijd super goed. Het is gewoon een super toffe groep en het is voor ons allen een ongelooflijk mooi avontuur. Zelfs voor Herman is dit elk jaar opnieuw een feest.”
Zou je dan elke dag een verslagje na de rit willen maken en ons wat anekdotes uit de buik van het peloton en de ploeg willen bezorgen? Dan plaatsen wij op onze website telkens een mooi verhaal van jullie in Burkina Faso….
“Natuurlijk wil ik dat doen, heel graag zelfs!”
Dat is dan afgesproken!
Kan je ons ook nog even vertellen hoe je seizoen 2023 verlopen is, ben je zelf tevreden of had je nog meer verwacht?
“Uiteindelijk ben ik wel nog tevreden geraakt over het wielerjaar omdat het einde van het seizoen nog heel goed was. Ik werd eind juni flink ziek met acht dagen koorts en 13 dagen barstende hoofdpijn, waardoor ik twee weken niet op de fiets zat. Ik moest de hele maand juli uitzieken en weer opbouwen. Ook augustus verliep nog moeizaam, maar vanaf september stond ik er gelukkig terug.
Als leraar zijn juli en augustus normaal mijn topmaanden omdat ik dan volledig in verlof ben. Ik kan dan trainen en koersen zoveel ik wil. Ziek worden kan natuurlijk, maar de renner in mij had het liever anders gepland als het dan toch zo moest zijn. Maar ook dat is natuurlijk koers, je hebt het niet altijd in de hand en de geluk-pechfactor speelt ook mee.”
Je bent 32 geworden op 10 augustus en als we naar je volledige palmares kijken ben je duidelijk een laatbloeier, vertel eens wat over je evolutie als renner.
“Ik ben pas op mijn 17de bij de junioren beginnen koersen en dat was in het begin niet simpel. Het was dat eerste jaar vooral proberen een koers uit te rijden. Tot en met de beloften was het dan meer kracht ontwikkelen en vooral meer koersinzicht kweken, want daar mankeerde het me totaal aan. Ik won mijn eerste koers als tweedejaars belofte, maar het gebrek aan tactiek belemmerde me om er meer te winnen. En ook het feit dat ik met mijn studies niet veel kon trainen hypothekeerde mijn vooruitgang. Op mijn 23ste werd ik leerkracht en die combinatie werk- trainen is eigenlijk ideaal. Ik kon veel meer uren aan training spenderen dan toen ik nog studeerde en ik voelde me op korte tijd veel sterker worden. Toch was koersdoorzicht nog altijd mijn manco. Vanaf eind 2016 toen ik 25 jaar was geworden, kwam er eigenlijk ineens een klik en voelde ik wel aan wanneer ik gas moest geven en wanneer niet. Plotseling werd ook het tactische aspect in de koers één van mijn troeven en begon ik echt regelmatig te winnen. Vanaf 2017 stak ik er dan ook echt bovenuit.
Heb je na ons artikel vorig jaar in Cyclelive Magazine reacties ontvangen?
“Ja, heel veel positieve reacties gehad, zowel van collega’s als supporters en sponsors. Iedereen vond het mooi dat er eens serieuze aandacht werd besteed aan een renner uit een lagere categorie dan het profwielrennen.”
Nog steeds niemand die je een ernstig aanbod deed uit profwielerland?
“Neen, dat zal ook niet meer komen denk ik, je weet het natuurlijk nooit maar ik hoop er in elk geval niet meer op.”
Heb je nog altijd zin in de vele trainingen?
“Ja, ik ben nog altijd enorm gedreven. Vanaf het moment dat die drive weg is, zal het ook gedaan zijn met koersen denk ik. Ik probeer wel de winter in te korten door nog uitdagingen in het buitenland te zoeken net na of net voor het Belgische seizoen. Daarom zit ik nu in de Ronde van Burkina Faso.”
Wat drijft je nog steeds om zoveel opofferingen te doen?
“Ik wil het altijd zo goed mogelijk doen en zoveel mogelijk koersen winnen. Daarvoor moet ik er alles voor doen. Ik wil later ook geen spijt hebben dat ik er niet alles uitgehaald heb op dit niveau. Als je dan ook zulke mooie dingen mag en kan doen als hier in Burkina Faso, dan geeft dat telkens opnieuw een boost aan motivatie.”
Waar leg je de lat voor volgend seizoen?
“Zoveel mogelijk winnen, een getal erop plakken is altijd moeilijk. Stevig ziek worden en je kan al vier, vijf of meer zeges schrappen. Dus op het einde van het seizoen maken we de balans wel op.”
Hoe ziet je droomseizoen er dan uit voor volgend jaar? Dromen mag even!
“Belgisch kampioen op de wegrit worden, zodat ik een jaar in die mooie tricolore trui kan rijden en meer dan 20 koersen winnen.”
Als je mocht kiezen naar welke profploeg zou je dan gaan?
“Jumbo-visma, die lijken het meest professioneel naar de buitenwereld en daar zou ik zeker nog een pak beter kunnen worden, en natuurlijk ook Soudal-Quick Step!”
Wat vond je zelf het opmerkelijkste feit in de profwereld van 2023?
“Pogačar die op de kasseien van de Oude Kwaremont Mathieu van der Poel eraf rijdt, wauw wat was dat!… Wat een kampioen die gewoon op elk terrein één van de besten of zelfs de allerbeste is.”
En welk was voor jou de mooiste koers van het seizoen bij de profs?
“De Ronde Van Vlaanderen. Ik ben een fan van attractieve koersen en zowel Pogačar, Mathieu van der Poel, als Wout van Aert koersen altijd met open visier. Zalig om zulke koersen te zien waarbij dan ook de beste van die dag duidelijk wint.”
Welk vond je het absolute hoogtepunt van jezelf dit seizoen?
“Er was niet echt een koers die eruit sprong, al heb ik er wel in een aantal koersen een flinke inhaalrace van gemaakt. Door soms tot meer dan twee minuten achterstand op de kopgroep in een derde of vierde groepje dicht te rijden en de koers nog te winnen. Dat zijn wel koersen die bijblijven. Een voorbeeld daarvan was de koers in Geel.”
Vertel…
“Het was die dag een stuk boven de dertig graden. Ik vond dat er wat veel naar me gekeken werd en zo verzeilde ik in een derde en laatste groepje met twee minuten achterstand op een kopgroep van zeven.
Ik kan nogal goed tegen de warmte en op 40 km van de meet merkte ik dat er bij mijn tegenstanders in het laatste groepje niet veel fut meer zat. Ik probeerde daarom de sprong te maken naar een groepje van een tiental renners die zo een 40 seconden voor ons uitreden.
Eénmaal daarbij aangesloten reed ik een ronde later, met de steun van drie andere renners, van de tweede naar de eerste groep. We reden met zijn vieren een gat van meer dan een minuut dicht.
Zo konden we op tien km van het einde de aansluiting maken. Direct daarna reed Olivier Godfroid van Baloise Trek alleen weg, ik reed er naartoe, ging erop en over in de laatste ronde en won solo.
De hoge temperaturen van die dag zullen ongetwijfeld ook in mijn voordeel gespeeld hebben, want ik kan goed tegen de warmte en je voelde dat bij de meeste renners na half koers het licht stilaan uitging, terwijl ik kon blijven rijden.”
Wie was/is je meest te vrezen tegenstander bij de elites zonder contract?
“Elias van Breussegem was zonder twijfel de sterkste tegenstander in jaren. Hij won 23 koersen en won heel vaak solo. De afgelopen jaren won ik relatief makkelijk de titel van zegekoning, maar nu was het een enorme strijd. Ook al zagen zowel Elias als ik dit niet, we waren daar zelf niet echt mee bezig. Het is eigenlijk maar een bekroning waar verder niets aan vasthangt.”
Is er onderling veel respect tussen de renners uit jouw peloton?
“Ja, onder de goede renners wel. Door mindere renners is er soms afgunst of jaloezie. Dit hoor je nooit rechtstreeks, maar altijd achter de rug of achteraf. Dit is jammer, maar hoort er wellicht bij. Ik besef ook zelf dat ik niet de ‘makkelijkste’ ben in het peloton. Ik laat me niet doen en kan niet tegen slepers. Dan lopen soms de emoties hoog op,… dat is nog een werkpuntje bij mezelf!
Maar mijn concurrenten weten wel dat ik er altijd voor rij en niet hou van onderlinge afspraken. Gewoon rijden voor wat je waard bent. Zo hoort het volgens mij altijd!”
Text: P. Van Gansen
Photos: Unless otherwise noted in the photos – Glenn Hofkens